Deze werkvorm is vooral handig bij bijvoorbeeld nakijken van antwoorden of bij vragen waarbij maar één antwoord mogelijk is. Hierbij is het voor de docent handig, omdat deze niet per se alle antwoorden hoeft te bespreken; alleen de antwoorden waarbij er meningsverschillen zijn hoeven besproken te worden.

De werkvorm heeft de volgende indeling:

• Individueel: de leerlingen werken eerst alleen aan de opdrachten. Ze mogen pas bespreken als beide leerlingen in het duo de opdrachten af hebben.
• Check in duo’s: de leerlingen vergelijken hun antwoorden binnen de duo’s. Ze moeten het hierbij eens worden over een gezamenlijk antwoord.
• Check met andere duo’s: dit is een optionele stap. Hierbij bespreekt het duo met een ander duo de antwoorden. Ook hierbij moeten ze weer tot een gezamenlijk antwoord komen.
• Check in de klas: de docent gaat na over welke vragen meningsverschillen zijn en bespreekt deze in de klas tot er overeenstemming is over het correcte antwoord.

De werkvorm is geschikt voor zowel langere als kortere opdrachten en is vooral gericht op de beheersing van de stof. Voor opdrachten toegespitst op inzicht zijn andere werkvormen beter geschikt.

Dit is een werkvorm die een docent veel tijd kan besparen; alleen de opdrachten waarbij meningsverschillen voorkomen hoeven besproken te worden.