Dit is een werkvorm die er op gericht is leerlingen te laten samenwerken. Hierbij ligt de nadruk op individuele aanspreekbaarheid van de leerling. Ook kunnen leerlingen rollen worden toegewezen.

De werkvorm is als volgt ingedeeld:

• Instructie: de leerlingen gaan in groepjes zitten. Vervolgens geeft de docent de opdracht aan de groepjes en alle leden van het groepje een nummer.
• Verantwoordelijkheid: de docent eindigt de instructie door duidelijk te maken dat elk groepslid moet kunnen antwoorden, rapporteren en/of vertegenwoordigen. Welk groepslid dit zal zijn zal door de docent aangegeven worden aan de hand van de nummers.
• Nabespreking: de docent geeft aan met welke nummers de antwoorden besproken gaan worden. Van elk groepje komt vervolgens kort het verantwoordelijke nummer aan het woord.
• Hulp en veiligheid: voor sommige leerlingen zal het eng zijn om de beurt te kunnen krijgen. De docent moet hier rekening mee houden. Dit kan bijvoorbeeld door anderen uit de groep te laten helpen als de leerling stilvalt of het presenteren met zijn tweeën te laten doen.

Deze werkvorm is vooral bedoelt voor opdrachten die binnen één les afgerond kunnen worden. Omdat de leerlingen het eens moeten worden over een antwoord, is het belangrijk vragen of opdrachten te gebruiken waarop maar één antwoord mogelijk is.

Het is van belang dat de leerlingen weten dat elke leerling aangesproken kan worden, maak dit vooraf duidelijk!

Het voordeel van het werken met genummerde hoofden is ook dat eventuele persoonlijke voorkeur van de docent buiten spel wordt gezet; de nummering zorgt er voor dat er ook leerlingen aan het woord komen die normaal niet zo op de voorgrond treden.