Deze werkvorm is erg geschikt om te gebruiken bij een situatie in de les waarbij meerdere antwoorden goed kunnen zijn, of antwoorden elkaar aan kunnen vullen.

Het is erg van belang dat de leerlingen tijd krijgen om na te denken. Bij eenvoudige vragen houdt dit rond de tien seconden in, maar bij lastiger vragen wordt dit al snel een minuut of langer. Houdt hier rekening mee bij de uitvoering.

De werkvorm wordt op de volgende manier toegepast:

• De docent stelt een vraag aan de klas
• De leerlingen krijgen de tijd om (in stilte) na de denken over de vraag en hun antwoord (denken)
• De leerlingen bespreken hun antwoorden in twee- of drietallen (delen)
• De docent vraag willekeurig in de klas naar de antwoorden van enkele leerlingen (uitwisselen)

Het is hierbij van belang dat de docent de regie houdt. De leerlingen gaan pas overleggen na een teken van de docent; tot die tijd denken ze na. Ook bij het klassikaal bespreken van de antwoorden moet de docent duidelijk aangeven wie mag antwoorden en wanneer er beantwoord mag worden.

In deze werkvorm is het ook goed om leerlingen op elkaar te laten reageren, waarbij ze verder gaan op het daarvoor gegeven antwoord.